In de herfst van 2024 vierden we het 50-jarig bestaan van Widar. Met huisarts Guus van der Bie blikten we terug op het allereerste begin. Maar Widar zou Widar niet zijn zonder haar patiënten. We spraken daarom ook met Corrie en Jan Mienis. Zij stonden als patiënt 50 jaar geleden aan de wieg van het gezondheidscentrum.
Corrie Mienis is 84 jaar en voormalig analiste bij het Louis Bolk Instituut. Jan Mienis is 85 en was leraar wiskunde en rector van de Stichtse Vrije School. In 1973 kwamen ze in Zeist wonen met hun drie zonen. Kort daarna startte Gezondheidscentrum Widar. Corrie en Jan schreven zich meteen in.
Waarom kozen jullie destijds voor Widar?
Jan en Corrie, elkaar aanvullend: ‘Wij woonden eerst in Ede. We verhuisden naar Zeist omdat we onze kinderen naar de Vrije School wilden laten gaan. Het was voor ons eigenlijk vanzelfsprekend dat we ons inschreven bij een huisarts van het net opgerichte Widar. Dat sloot aan bij onze levensvisie. We hadden in Ede al een huisarts die homeopathische medicijnen voorschreef; beiden hadden we een innerlijke voorkeur voor homeopathische en antroposofische middelen. We konden ons hier in Zeist helemaal vinden in de keuze voor antroposofische medicijnen en therapieën.’
Hoe hebben jullie de huisartsenpraktijk ervaren in die beginjaren?
Ze moeten allebei lachen. Corrie: `Nou, we kwamen er vroeger heel weinig, want we waren nooit ziek! Wij niet, maar onze kinderen ook niet. Van de verschillende therapieën hebben we toen niet veel gebruik hoeven te maken. Ik wel van de fysiotherapie. En vanwege problemen met mijn ogen heb ik een aantal keren euritmietherapie gedaan. Dat heeft goed geholpen.’ Jan: ‘Ik heb vroeger wel acupunctuur voor mijn rugklachten gekregen.’
Jullie zijn dus van nature gezond. Wat doen jullie er nu zelf nog aan om gezond te blijven?
Corrie: ‘Bijna te veel om op te noemen. Ik golf minstens drie keer per week, ik bridge, ik lees een keer per week voor en ik zit al bijna vijftig jaar in een vrouwengespreksgroep over maatschappelijke vraagstukken.’ Jan: ‘Ik volleybal en ik speel tafeltennis. Daarnaast schilder ik vier keer per week.’ Hij wijst op de vele schilderijen in de huiskamer, vrijwel alle van zijn hand.
Als jullie nu naar Widar als gezondheidscentrum kijken, wat valt jullie dan op?
Corrie: ‘Wat ik erg waardeer, is de jaarlijkse oproep van de praktijkondersteuner. Door zo’n check up wordt alles elk jaar doorgenomen. Maar ook op ander gebied ervaren we veel aandacht en zorg. In de loop der tijd waren er toch wel diverse ernstige situaties.’
Jan: ‘Ik zal nooit vergeten dat onze huisarts Toyna Walre de Bordes wel een uur aan mijn bed heeft gezeten in het ziekenhuis in Utrecht, toen ik daar vanwege een levensbedreigende situatie was opgenomen. Dat heb ik enorm gewaardeerd. Dat er aandacht is voor mijn ziekteproces! Dat geeft het vertrouwen dat ik bij mijn arts terecht kan als dat nodig is. Zij kijkt naar wat bij mij past!’
Zouden jullie nu, net als vijftig jaar geleden, weer voor Widar kiezen?
Ja, absoluut! Daar zijn beiden het onmiddellijk over eens.
Waarom?
Jan: ‘Omdat je als mens wordt gezien en niet als een ziektegeval. Altijd weer opnieuw.’